Het geslacht Conijn stamt uit de Beemster, waar de familie sinds medio zeventiende eeuw bloeide. Willem Conijn (1693-1746), aanvankelijk koopman te Enkhuizen en Purmerend, vestigde zich in 1733 te Edam, waar zijn zoon Cornelis Conijn (1734-1797) in 1786 een houthandel stichtte. De familie Conijn was tevens actief in de wijnhandel, was betrokken bij de zijdehandel en -fabricage en bedreef grootschalige ossenweiderij op haar landerijen in de polders rond Edam. De onderneming werd voortgezet door Cornelis’ zoon Anthonie Conijn (1767-1814), ten tijde van Napoleon de grootste handelaar van de stad. Vanaf 1795 zetelden diverse leden van de familie Conijn – als katholieken voordien uitgesloten van het bekleden van openbare ambten – in het stadsbestuur (later gemeentebestuur) van Edam.
In 1840 kocht Adrianus Conijn (1798-1865) de houtzaagmolens ‘de Hoop’ en ‘de Simson’ te Alkmaar. De door hem opgerichte firma A. Conijn (& Zonen), tevens rederij, werd in 1880 opgesplitst in de firma’s H.J. Conijn & Compagnie (met de stoomhoutzagerij ‘de Simson’) en G.A. Conijn & Zoon (met ‘de Hoop’). Laatstgenoemde firma, later Conijn Hout B.V., zou tot in de jaren ’80 van de twintigste eeuw bloeien. De familie Conijn was in Alkmaar op velerlei vlak maatschappelijk betrokken; telgen zetelden in de gemeenteraad, in diverse regentencolleges en kerkbesturen en in het bestuur van de Kamer van Koophandel en Fabrieken, in 1853 mede opgericht door Hendricus Johannes Conijn (1821-1885). Gerhardus Adrianus Conijn (1828-1893) was in 1873 één van de oprichters van het huidige Stedelijk Museum Alkmaar.
Ook de aanverwante geslachten Koorn, Van Sanen, Van Loon, Van der Drift en Brantjes waren toonaangevende (katholieke) handelsfamilies in de regio. De firma Wed. P. Koorn & Zoon dreef sinds 1791 een florerende “affaire in goud- en zilverwerken, diamanten, paarlen, koralen, crediten en schulden” en de firma J.T. Koorn & Compagnie (opgericht in 1831) was eigenaar van de befaamde zoutraffinaderij ‘de Eendragt’ te Alkmaar. De familie Van Sanen had handelshuizen in Hoorn, Amsterdam, Riga (Russisch Livonië, thans Letland) en Smyrna (thans Izmir, Turkije) en was in 1766 betrokken bij de oprichting van de Koninklijke Pruisische Levantsche Compagnie te Berlijn. Theodoor van Sanen (1717-1770), koopman op de Oostzee en de Levant en reder ter walvisvaart, was tevens firmant van “den Zout-Handel der Zout-Traficq, genaamd Het Wapen van Alkmaar en De Oranje-Boom”; zijn weduwe Judith Catharina van Loon (1730-1787) was in 1784 één van de oprichters van genoemde zoutziederij ‘de Eendragt’. Haar vader Jacob van Loon (1697-1761) stichtte in 1733 te Alkmaar de suikerraffinaderij ‘de Groene Clock’.
De houthandel en rederij van de familie Brantjes, waaraan de familie Conijn door drie huwelijken (1789, 1849 en 1879) geparenteerd is en welke onderneming werd opgericht door Klaas Brantjes (1793-1869), bracht Purmerend tot bloei. Ook de in Alkmaar gevestigde rederij Brantjes & Van der Drift, in 1860 opgericht door diens zoon Nicolaas Brantjes (1814-1887) en schoonzoon Petrus Adrianus van der Drift (1819-1883) en in het bijzonder varende op het in 1856 opengestelde Japan, genoot grote faam.
Literatuur
- A.F. van Beurden, Het oud-adellijk Luiker geslacht de Loen de Kemexhe gezegd van Loon uit de Looz, de Hamal en d’Alsteren, in verband beschouwd met de daarmede verwante families van Sanen en Koorn (Roermond, 1906)
- Mr J. Muller en S.J. Schermer, Genealogie van het Hoornse geslacht van Sanen in: De Nederlandsche Leeuw 1939, k. 459-472.
- Nederland’s Patriciaat deel 82 (1999), p. 134-162.
- Kwartierstatenboek 2000 van het Koninklijk Nederlandsch Genootschap voor Geslachten Wapenkunde (’s-Gravenhage/Rotterdam, 2000), p. 263.
- O.W.C. Mertens, ‘Klaas Brantjes (1793-1869) en zijn familie’ in: Terug in de tijd 2. Zaankanters en Waterlanders, een bonte verzameling genealogisch onderzoek (Koog aan de Zaan, 2002), p. 13-31.
- C.E.G. ten Houte de Lange, Repertorium familiewapens van bekende Nederlandse geslachten. Een overzicht van de wapens van de adel, het patriciaat en aanverwante geslachten van het Koninkrijk der Nederlanden (’s-Gravenhage/Rotterdam, 2001), band I p. 134.
- O.W.C. Mertens, ‘De geslachten Hoogtwout, Van Loon, Van Sanen, Koorn en Conijn. Tien generaties Alkmaarse kooplieden en industriëlen’ in: Gens Nostra 59 (2004), p. 139-167.
- Dr S.A.C. Dudok van Heel, Van Amsterdamse burgers tot Europese aristocraten. Hun geschiedenis en hun portretten. De Heijnen-maagschap 1400-1800 (’s-Gravenhage, 2008), band I, p. 388-389.